Vervallen wettelijke vakantiedagen na het verstrijken van een in de nationale wetgeving opgenomen vervaltermijn of is dit in strijd met Europese wetgeving?
Die vraag kreeg het Europees Hof van Justitie voorgelegd. Aanleiding was een zaak van een Duitse werknemer. Die werkte tot 31 december 2013 bij zijn Duitse werkgever. De werknemer had bij het einde van zijn dienstverband nog 51 vakantiedagen openstaan die hij had opgebouwd in 2012 en 2013 en verzocht om uitbetaling daarvan. Zijn werkgever wilde deze dagen niet uitbetalen, omdat de vakantiedagen volgens hem vervallen waren.

Duitse wet
In de Duitse wet is namelijk vastgelegd dat vakantiedagen vervallen aan het einde van het kalenderjaar waarin deze dagen worden opgebouwd. Oftewel, als de werknemer zijn vakantiedagen van 2012 niet in 2012 opnam, dan raakte hij deze per 1 januari 2013 kwijt en kon hij die vakantiedagen daarna dus niet meer opnemen of laten uitbetalen. Als er overigens sprake is van dringende redenen of in de persoon van de werknemer gelegen gronden vervallen ze uiterlijk na afloop van drie maanden in het daaropvolgende jaar.

Relevant voor Nederland? Jazeker!
Nu zal je misschien denken: Duitse werkgever, Duitse wet. Wat heb ik en het Europees Hof van Justitie daarmee te maken? Veel, want niet alleen de Duitse maar ook de Nederlandse wetgeving is gebaseerd op een Europese Richtlijn. Daarnaast bestaat er een zogenoemd Handvest van de grondrechten van de Europese Unie waarin staat dat iedere werknemer recht heeft op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Het is de taak van het Europees Hof van Justitie om te beoordelen of de nationale wet in strijd is met de Europese wetgeving.

Tijdig informeren
Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat het opnemen van een vervaltermijn in de nationale wetgeving toegestaan is, mits de werkgever de werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid biedt om zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen. Dit betekent concreet dat een werkgever zijn werknemer tijdig moet informeren over de niet opgenomen vakantiedagen en de kans die te verliezen. Met tijdig wordt bedoeld dat de werknemer echt de mogelijkheid krijgt om vakantie op te nemen. Concrete termijnen geeft het Europees Hof van Justitie echter niet. De werkgever heeft dus een verregaande informatieplicht. De vakantiedagen vervallen enkel wanneer de werkgever de werknemer tijdig informeert. Het is aan de werkgever om te bewijzen dat hij de werknemer tijdig en voldoende heeft geïnformeerd.

Grote impact
Ook voor Nederlandse werkgevers is deze uitspraak dus zeer relevant. In de Nederlandse wet staat namelijk ook een vervaltermijn voor de wettelijke vakantiedagen. Deze vakantiedagen vervallen zes maanden na het einde van het jaar waarin ze zijn opgebouwd. Dus wettelijke vakantiedagen opgebouwd in 2018 vervallen per 1 juli 2019.

Advies
Volgens het Europees Hof van Justitie vervallen deze vakantiedagen echter niet als de Nederlandse werkgever zijn werknemers hier niet tijdig over informeert of niet kan bewijzen dat hij dit heeft gedaan. Werkgevers doen er dus goed aan om werknemers voortaan tijdig en uitgebreid te informeren over het verval van hun vakantiedagen. Doen ze dat niet? Dan kan het zo zijn dat een werkgever deze dagen in de toekomst alsnog moet toekennen of moet uitbetalen bij het einde van het dienstverband.

Bron: DAS Rechtsbijstand