Nieuwe Wet werk en zekerheid

16 september 2014 | Nieuws

Op 1 januari 2015 gaat een deel van de Wet werk en zekerheid in (WWZ) in. Het overige deel gaat later in: op 1 juli 2015 en 1 januari 2016. Deze wet moet een nieuw evenwicht tot stand brengen tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt. Ook moet de wet de tweedeling tussen mensen met een vaste baan en flexwerkers verminderen.

Zowel vaste als tijdelijke werknemers krijgen bij ontslag een vergoeding, en de WW richt zich meer op het snel vinden van werk. Geen concurrentiebedingDoor de WWZ is het vanaf 1 januari 2015 niet langer toegestaan om een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Behalve als er sprake is van een ‘zwaarwichtig bedrijfs- of dienstbelang’. Dit belang moet dan wel schriftelijk worden gemotiveerd. Het verbod op een concurrentiebeding geldt straks dus alleen voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd verandert er niets in de regelgeving. Langere aanzegtermijnNu is het nog zo dat de werkgever aan een werknemer met een tijdelijk contract nog op de laatste werkdag mag meedelen dat het arbeidscontract niet wordt verlengd. Dat gaat veranderen. Bij contracten voor een bepaalde tijd van 6 maanden of langer moet de werkgever uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer laten weten of hij het contract wel of niet verlengt. Als de werkgever dit verzuimt, betaalt hij een vergoeding ter hoogte van één maandloon. Verbod op proeftijdEen proeftijd bij een tijdelijk contract van ten hoogste een halfjaar wordt verboden. Doorbetalen oproepkrachtenOndernemers hoeven flexwerkers bij onvoldoende werk de eerste 6 maanden niet door te betalen. Deze periode kan in de CAO onbeperkt verlengd worden. Vanaf 1 januari 2015 mag dat nog alleen bij werkzaamheden die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang kennen. In de zorg worden ‘nulurencontracten’ helemaal verboden.